2.1) Hardware

2.1.1) De docent toont aan diverse hardware te kunnen benoemen, aansluiten en bedienen.

In mijn lessen werk ik veel met de applicatie Lessonup. Deze applicatie is erg veelzijdig. Zo kan je je lessen er in maken, woordwebben, quizzen invoegen, meerkeuzevragen stellen. De leerlingen kunnen dan met hun device meedoen en antwoorden geven die op het bord weer te zien zijn. Het is ook mogelijk de les te delen zodat ze mee kunnen kijken op hun eigen device.

Klik op het logo van Lessonup om naar de site te gaan.

2.2) Software

2.2.1) De docent toont aan over algemene kennis van ICT te beschikken en de vaardigheden ten aanzien van bestandsbeheer te beheersen.

2.2.2) De docent toont aan dat hij de vaardigheden beheerst om met software effectieve samenwerking en communicatie tot stand te brengen.

Binnen mijn onderwijs werk ik met de applicaties Office 365 en thuis werk voor mijn studie met Google. Beiden hebben een cloudfunctie. Voordelen hiervan zijn dat je bestanden of een link kan delen. Tevens zijn zij terug te vinden op een vaste plek. Wijzigingen die in dit document worden gemaakt worden door automatisch opgeslagen.

2.2.3) De docent toont aan dat hij kan omgaan met standaard kantoortoepassingen: tekstverwerkers, spreadsheetprogramma’s en presentatiesoftware.

 

Voor mijn afstudeerscriptie moest ik ook een analyse maken van mijn onderzoeksdata. Ik heb deze gegevens in een spreadsheet verwerkt waarna ik deze in een grafiek heb weergegeven. Onderstaande komt mijn afstudeeronderzoek.

2.2.4) De docent toont aan dat hij een presentatie kan ondersteunen door gebruik te maken van software en hardware.

Zoals ik al eerder vermeld heb geef ik mijn lessen met de applicatie Lessonup. De tool leent zich natuurlijk ook voor presentaties want net als bij powerpoint zijn het slides die je voorziet van tekst. Hier binnen is het mogelijk das leerlingen interactief meedoen met bijvoorbeeld een quiz. Dit doen ze door gebruikmaking van hun eigen device.

 

2.2.5) De docent toont aan dat hij kan werken met de elektronische leeromgeving, portfoliosoftware, (leerling gerelateerde) administratieve systemen van de school.

Wanneer je als docent gaat werken is de ELO van je school de eerste applicatie waarmee je in aanraking komt . Je dient deze dan ook goed te beheersen. In deze ELO Magister genaamd worden absenties, huiswerk, toetsen, leerlinggegevens  en bijzonderheden bijgehouden. Ook is het mogelijk leerlingen te mailen en een planning klaar te zetten.  Ik gebruik deze applicatie op mijn Ipad en op mijn mobiel. 

2.2.6) De docent toont aan dat hij educatieve software, serious games en mobiele apps kan inzetten.

In mijn onderwijs werk ik ook met de applicatie Seesaw. Deze applicatie leent zich bij uitstek voor het inleveren van opdrachten zowel digitaal als op papier. De applicatie werkt met een QR- code deze wordt aangemaakt per klas. De leerling die zijn werk wil inleveren scant de QR code en komt dan automatisch in zijn klas. Hij zoekt zijn map op met zijn naam en zet zijn werk erin. De docent krijg een bericht dat iemand zijn werk heeft ingeleverd.

Klik op het logo van Seesaw om naar de website te gaan.

De toepassing van Seesaw in mijn onderwijs.

2.2.7) De docent toont aan dat hij foto’s, video’s en audio digitaal kan maken, bewerken/converteren, publiceren en delen.

De bovenstaande digitale foto heb ik via Paint geopend en heb de gezichten van de leerlingen onherkenbaar gemaakt. Tevens heb ik de achternamen van de leerlingen onzichtbaar gemaakt dit i.v.m de privacy. Het bewerken van digitale media komt veelvuldig voor in mijn onderwijs. Dit doe ik om de aandacht van de leerling te vestigen op dat gene wat jij als docent voor ogen hebt. Ook kan het helpen om storende zaken weg te werken.

2.2.8) De docent toont aan dat hij kan werken met digitale toetssystemen.

Hiervoor verwijs ik u naar  competentie 4.6.1 en verder. Waar ik het gebruik van Quayn toelicht.

Een vorm van een toetsje kan zijn een Kahootje of Quizizz maar dat is voor mij meer om te herhalen en inzicht te krijgen in de beheersing van de stof. Toetsen moeten natuurlijk niet alleen reproductief zijn. Ze moeten natuurlijk wel voldoen aan OBIT of RTTI of de taxanomie van Bloom. Een systeem om cijfers te bepalen is voor mij de website cijfersberekenen.nl. Hiermee bereken ik cijfers voor toetsen. Je hoeft alleen maar wat gegevens in te vullen. www.cijfersberekenen.nl

2.3) Storingen

2.3.1) De docent is in staat om kleine storingen zelf te benoemen en/of te verhelpen.

Storingen zijn een dagelijkse orde van de dag. Ik heb klas waarmee veelvuldig met digitale leergangen gewerkt wordt. En het kan voorkomen dat er een storing is. Er zijn voor mij als docent maar een beperkt aantal stappen die ik kan ondernemen. Anders wordt het een helpdesk aangelegenheid

- het controleren van de stekkers.

- de pagina herladen (F5)

- controleren op updates

- uit het systeem loggen en opnieuw opstarten en weer inloggen.

-controle op de juiste instellingen

- probeer een andere applicaite, treed het probleem ook daar op?

- hebben meerdere mensen of leerlingen dit probleem?

- vragen aan de helpdesk of er nog meerdere klachten zijn die jij ervaart.